Nokia 6230i - Aanvullende veiligheidsinformatie

background image

Aanvullende veiligheidsinformatie

Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten
het bereik van kleine kinderen.

Gebruiksomgeving

Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en
schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te
gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik
het apparaat alleen in de normale posities. Dit apparaat voldoet aan de
richtlijnen voor blootstelling aan RF–signalen wanneer het op normale wijze
tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal
1,5 cm van het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam wordt
gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen
metaal bevatten en moet het product zich minimaal op de hierboven vermelde
afstand van het lichaam bevinden.

Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen
beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan
het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een
dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande
afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.

Medische apparatuur

Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het
functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig
beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om
vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF–energie
of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in instellingen voor
gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse
aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor
gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor
externe RF–energie.

Pacemakers

Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet
worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke
storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

122

het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology
Research. Mensen met een pacemaker moeten:

het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand van hun pacemaker houden als het
apparaat is ingeschakeld;

het apparaat niet in een borstzak dragen; en

het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de
zijde waar de pacemaker zich bevindt, om de kans op storingen te
minimaliseren.

Als u enige reden heeft om te vermoeden dat er storing optreedt, moet u het
apparaat onmiddellijk uitschakelen.

Gehoorapparaten

Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde
gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met uw netwerkoperator als u
last hebt van dergelijke storingen.

Voertuigen

RF–signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende
afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antislip–of antiblokkeer–remsystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of
diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde
apparatuur, voor meer informatie.

Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een
auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar
opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen
vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog
steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen
brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieve materialen in
dezelfde ruimte als die waarin het apparaat, onderdelen daarvan of toebehoren
zich bevinden. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel
kracht worden opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of
draagbare draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de airbag
wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto
kan dit ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag wordt opgeblazen.

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

123

Vliegtuigen

Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is mogelijk verboden. Schakel het
apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze
telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het
draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.

Explosiegevaarlijke omgevingen

Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle
aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen
waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken
kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er
gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij
benzinestations. Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van
radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen
waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar zijn vaak,
maar niet altijd, duidelijk gemarkeerd. Het gaat onder andere om scheepsruimen,
chemische overslag– of opslagplaatsen, voertuigen die gebruikmaken van LPG
(onder andere propaan of butaan) en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne
deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat.

Alarmnummer kiezen

Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van
radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en door de
gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen
niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit
alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen
van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.

Een alarmnummer kiezen:

1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de

ontvangst van het signaal sterk genoeg is.

In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM–kaart
noodzakelijk zijn.

2. Druk zo vaak als nodig is op de einde–toets om het scherm leeg te maken en

het apparaat gereed te maken voor een oproep.

3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt.

Alarmnummers verschillen van land tot land.

4. Druk op de bel–toets.

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

124

Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies moet
uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Als het apparaat in het
profiel Offline of Vlucht staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie
te activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze
handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.

Probeer wanneer u een alarmnummer belt alle noodzakelijke informatie zo
nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Uw draadloze apparaat is mogelijk het
enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek
pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.

Informatie over certificatie (SAR)

DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR
BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN.

Dit mobiele apparaat is een radiozender en –ontvanger. Het apparaat is zo
ontwikkeld en geproduceerd dat deze voldoet aan de emissiebeperkingen voor
radiofrequentiesignalen (RF–signalen) die worden aanbevolen door
internationale richtlijnen (ICNIRP). Deze beperkingen maken deel uit van
uitgebreide richtlijnen en definiëren het toegestane niveau voor RF–energie voor
de algemene bevolking. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties door middel van periodieke en grondige
evaluaties van wetenschappelijke studies. In deze richtlijnen is een grote
veiligheidsmarge ingebouwd om de veiligheid van alle personen te kunnen
waarborgen, ongeacht de leeftijd of gezondheidstoestand.

De standaard voor blootstelling aan mobiele apparatuur wordt uitgedrukt in de
maateenheid SAR (Specific Absorbtion Rate). De SAR–limiet die wordt vermeld in
de internationale richtlijnen is 2,0W/kg*. Bij tests voor SAR worden de
standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten
frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau gebruikt. Hoewel de SAR
wordt bepaald op het hoogst toegestane energieniveau, kan het werkelijke
SAR-niveau van het apparaat tijdens gebruik sterk lager liggen dan de
maximumwaarde. Dit komt doordat het apparaat is ontworpen voor gebruik bij
verschillende energieniveaus, zodat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig
is om verbinding te maken met het netwerk. Over het algemeen geldt dat hoe
dichter u zich bij een zendmast bevindt, hoe minder energie het apparaat
gebruikt.

De hoogste SAR–waarde die dit apparaat heeft bereikt tijdens tests voor gebruik
naast het oor is 0,70 W/kg.

Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF–signalen
wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het

background image

A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e

125

zich op een afstand van minimaal 1,5 cm van het lichaam bevindt. Wanneer het
apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder,
moeten deze hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het product zich op
een afstand van minimaal 1,5 van het lichaam bevinden.

Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen
beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan
het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een
dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande
afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.

*De SAR–limiet die voor mobiele apparatuur voor het publiek wordt gehanteerd,
is 2,0 watt/kilogram (W/kg) evenredig verdeeld over tien gram lichaamsweefsel.
In de richtlijnen is een aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd, voor extra
bescherming en om eventuele meetvariaties te ondervangen. SAR–waarden
kunnen variëren, afhankelijk van nationale rapportage–eisen en de netwerkband.
Meer informatie over SAR in andere regio's kunt u vinden onder Product
information op de website van Nokia op www.nokia.com.