Beveiliging
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen
worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen
en vaste nummers), kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer
kiezen.
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Beveiliging
. Maak uw keuze uit de
volgende opties:
•
PIN-code vragen
om de telefoon naar de PIN–code te laten vragen
telkens wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Sommige
SIM-kaarten ondersteunen het uitschakelen van de PIN–code niet.
•
Oproepen blokkeren
(netwerkdienst) om inkomende en uitgaande
oproepen te beperken. Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord
nodig.
•
Vaste nummers
om uitgaande oproepen te beperken tot
geselecteerde telefoonnummers, als dit door uw SIM–kaart wordt
ondersteund.
•
Beperkte groep gebruikers
om oproepen te beperken tot oproepen
naar en van een bepaalde groep mensen (netwerkdienst).
•
Beveiligingsniveau
>
Telefoon
als de beveiligingscode gevraagd
moet worden zodra een nieuwe SIM–kaart in de telefoon wordt
geplaatst.
Als u
Geheugen
selecteert, wordt de beveiligingscode gevraagd
wanneer het SIM–kaartgeheugen is geselecteerd en u het gebruikte
geheugen wilt wijzigen.
M e n u f u n c t i e s
77
•
Toegangscodes
als u de beveiligingscode, de PIN–code, de PIN2–code
of het blokkeerwachtwoord wilt wijzigen.